Vertrouwenspersoon

Vertrouwenspersoon

Ongewenst gedrag kan overal voorkomen: ook in de sport. Als je ermee te maken krijgt, is het belangrijk te weten waar je terecht kunt voor hulp, ondersteuning en advies. Of gewoon voor een luisterend oor.

Vertrouwenspersonen

Binnen de vereniging zijn twee vertrouwenspersonen aangesteld.  Ze zijn het aanspreekpunt bij problemen van leden van de vereniging met betrekking tot ongewenst gedrag. Hieronder wordt verstaan; het bieden van ondersteuning, begeleiding en advisering om het probleem bespreekbaar en hanteerbaar te maken. Te trachten de meest wenselijke en haalbare oplossing te vinden. Zo nodig door als bemiddelaar op te treden, of door er één in te schakelen. Of door te verwijzen naar een externe instantie. Dit alles uitsluitend met instemming van betrokkene. Daarnaast hebben de vertrouwenspersonen een taak in het in stand houden of zelfs verbeteren van de omgangsvormen welke bijdragen aan het gevoel van veiligheid en vertrouwdheid voor de individuele leden.

De vertrouwenspersonen zijn Natalja Steenks-Bannink en Paul van Bronswijk. Natalja speelt bij Dames 5 en is kinderarts. Paul speelt sinds zijn jeugd al bij de vereniging. In het dagelijks leven is hij arts in opleiding tot cardioloog. 

Paul van Bronswijk
Paul van Bronswijk
Natalja Steenks-Bannink
Natalja Steenks-Bannink

“Wij, Natalja en Paul, hebben beiden een beroepsgeheim en alle informatie zullen we strikt vertrouwelijk behandelen. We overleggen alleen onderling en delen geen inhoudelijke informatie met het bestuur, tenzij de betrokkene daar om vraagt.”. Natalja en Paul zijn bereikbaar via het volgende e-mailadres: vertrouwenspersoon@interrijswijk.nl of persoonlijk aan te spreken in de sporthal.

Steeds vaker melden zich slachtoffers van seksueel misbruik in de (top)sport. Het is belangrijk om dit uit de taboesfeer te halen. Niet alleen seksueel misbruik/ seksuele intimidatie maar ook onjuiste bejegening/ benadering door een teamgenoot, iemand uit een ander team, een trainer/ coach of een ouder kan een reden zijn om je niet veilig te voelen bij het sporten. Mocht dit ook het geval zijn binnen Inter Rijswijk, willen we je adviseren dit te melden. We streven namelijk naar een veilig en gezond sportklimaat. Daarnaast willen we aandacht geven aan alle berichten die verstuurd worden via sociale media. Ga hier bewust mee om. Ook berichten via facebook, whatsapp, instagram of snapchat kunnen als onprettig worden ervaren. En eenmaal geplaatst, kun je ze niet zomaar ongedaan maken, iedereen kan een foto van zijn beeldscherm maken en de foto verder verspreiden. Dus denk van tevoren even na wat je boodschap is en voor wie.

Wij zijn beschikbaar voor alle leden, ouders, trainers en alle andere, bij de vereniging betrokken, mensen voor ondersteuning, begeleiding en advisering om problemen bespreekbaar en hanteerbaar te maken. We trachten de meest wenselijke en haalbare oplossing te vinden. Zo nodig door als bemiddelaar op te treden, of door er één in te schakelen of door te verwijzen naar een externe instantie. Dit alles gebeurt uitsluitend met instemming van de betrokkene. Daarnaast hebben we een taak in het in stand houden of verbeteren van de omgangsvormen welke bijdragen aan het gevoel van veiligheid en vertrouwen voor de individuele leden en trainers. 

Gedragsregels

Inter Rijswijk wil een sportvereniging zijn waar leden zich veilig en vertrouwd kunnen voelen. NOC*NSF heeft gedragsregels voor sportbegeleiders opgesteld. Die regels zijn door alle landelijke sportbonden onderschreven. De regels zijn gemaakt om de risico’s op ongewenst gedrag in de relatie pupil en trainer te verkleinen en ze fungeren als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en sporters in concrete situaties. Hieronder vindt u de elf gedragsregels die ook worden onderschreven door Inter Rijswijk.

  1. De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig voelt.
  2. De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privé-leven van de sporter door te dringen dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel.
  3. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
  4. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
  5. De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
  6. De begeleider onthoudt zich van seksueel getinte verbale intimiteiten.
  7. De begeleider zal tijdens training(sstages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer.
  8. De begeleider heeft de plicht de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
  9. De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
  10. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien hij gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze regels zal hij de betreffende persoon daarop aanspreken.
  11. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.

Bij de aanname van nieuwe vrijwilligers voor de jeugdteams worden één of meerdere van onderstaande stappen doorlopen:

  • Een kennismakingsgesprek
  • Check referenties (vereniging bellen waar de vrijwilliger vandaan komt)
  • VOG aanvragen (en herhaal dat elke 3-5 jaar)
  • Maak de begeleider lid van de bond. Daarmee valt begeleider onder het tuchtrecht van de bond en is hij daarvan op de hoogte.
  • Maak de begeleider bekend met gedragsregels